Schrijffitness
B. Kort (<100 woorden)
Oke wat er gister gebeurde was echt super gaaf! Ik ben nu in West-Amerika met mijn gezin, en gister gingen we naar een national park. We hadden een pauze genomen bij een rivier. Op de heuvel aan de andere kant van de rivier liep een beer. Een echte beer! Hij was echt super groot. Het was echt gaaf om een keer in het echt een beer te zien, want dat gebeurt niet elke dag. Toen we naar de auto liepen liep er ook een vos naast onze auto. Dat was ook echt super gaaf. |
C. Wat langer (<200 woorden)
Jij weet precies wat te zeggen
Shit, dat me hang maakt, ik had moeten weglopen
Maar ik kan me voeten niet bewegen
Hoe meer ik weet, hoe meer ik wil
Iets in mij is veranderd
Ik was gisteren zo veel jonger, oh
Ik wist niet dat ik honger had tot ik jou proefde
Heb geen vlinders nodig als jij mij de hele dierentuin geeft
Trouwens, trouwens, je doet dingen met mijn lichaam
Ik wist niet dat ik honger had tot ik jou proefde
Trouwens, trouwens, je doet dingen met mijn lichaam
Ik wist niet dat ik honger had tot ik jou proefde
Jij weet hoe je mijn hart sneller moet laten kloppen
Emotionele aardbeving, brengt een ramp
Je hebt me geraakt, in me zwakke knieën
Yeah, iets in mij is veranderd
Ik was gisteren zo veel jonger, ye-eah
Zoveel jonger gisteren, oh, yeah
Ik wist niet dat ik honger had tot ik jou proefde
Heb geen vlinders nodig als jij mij de hele dierentuin geeft
Trouwens, trouwens, je doet dingen met mijn lichaam
Ik wist niet dat ik honger had tot ik jou proefde
Trouwens, trouwens, je doet dingen met mijn lichaam
Ik wist niet dat ik honger had tot ik jou proefde
Jij, yeah, tot ik je proefde
(Ik wist niet dat ik-ik wist niet dat ik-tot ik je proefde)
Trouwens, trouwens, je doet dingen met mijn lichaam
Ik wist niet dat ik honger had tot ik jou proefde, ooh, ooh, ooh, ooh
Na-na-na-na
Na-na-na-na
Hoe meer ik weet, hoe meer ik wil
Iets in mij is veranderd
Ik was zoveel jonger gisteren
Jij weet precies wat te zeggen
Shit, dat me hang maakt, ik had moeten weglopen
Maar ik kan me voeten niet bewegen
Hoe meer ik weet, hoe meer ik wil
Iets in mij is veranderd
Ik was gisteren zo veel jonger, oh
Ik wist niet dat ik honger had tot ik jou proefde
Heb geen vlinders nodig als jij mij de hele dierentuin geeft
Trouwens, trouwens, je doet dingen met mijn lichaam
Ik wist niet dat ik honger had tot ik jou proefde
Trouwens, trouwens, je doet dingen met mijn lichaam
Ik wist niet dat ik honger had tot ik jou proefde
Jij weet hoe je mijn hart sneller moet laten kloppen
Emotionele aardbeving, brengt een ramp
Je hebt me geraakt, in me zwakke knieën
Yeah, iets in mij is veranderd
Ik was gisteren zo veel jonger, ye-eah
Zoveel jonger gisteren, oh, yeah
Ik wist niet dat ik honger had tot ik jou proefde
Heb geen vlinders nodig als jij mij de hele dierentuin geeft
Trouwens, trouwens, je doet dingen met mijn lichaam
Ik wist niet dat ik honger had tot ik jou proefde
Trouwens, trouwens, je doet dingen met mijn lichaam
Ik wist niet dat ik honger had tot ik jou proefde
Jij, yeah, tot ik je proefde
(Ik wist niet dat ik-ik wist niet dat ik-tot ik je proefde)
Trouwens, trouwens, je doet dingen met mijn lichaam
Ik wist niet dat ik honger had tot ik jou proefde, ooh, ooh, ooh, ooh
Na-na-na-na
Na-na-na-na
Hoe meer ik weet, hoe meer ik wil
Iets in mij is veranderd
Ik was zoveel jonger gisteren
D. Lang (>200 woorden)
Hoe overleef ik de compo week? Tip 1: Let op in tijdens de lessen. De informatie die leraren geven is zeer belangrijk. Tip 2: Schrijf mee in de les. Maak aantekeningen van de uitleg van een leraar. Schrijf dingen over van het bord die de leraar opschrijft. Tip 3: Begin ruim van te voren met leren voor je toetsen. Doe het niet op de laatste dag voor de toets, want dat werkt niet. Tip 4: Maak een haalbare planning. Tip 5: Plan niet teveel op één dag, dat wordt niet leuk en zo lang kan niemand zijn concentratie houden. Tip 6: Houd je aan je planning die je hebt gemaakt. Ga niet eigenwijs doen en je niet houden aan de planning want dan loop je achterstand op en moet je het allemaal op het einde tegelijk gaan doen. Tip 7: Vraag om extra uitleg aan je leraar als je iets niet snapt. Als je het niet snapt heeft het geen zin om door te gaan met andere stof. Zo ga je het nooit begrijpen. Tip 8: Ga na school op school werken. Als je dingen niet snapt zijn er altijd wel leraren die je kunnen helpen met je vragen. Tip 9: Houd en pauze tijdens het leren. Na een tijdje raak je waarschijnlijk afgeleid en dan heb je geen concentratie meer. Ga bijvoorbeeld een half uur leren en pak dan even 10 minuutjes pauze. Tip 10: Leg je telefoon weg en zet hem uit. Dat is meestal de grootste afleiding tijden het leren. Zeg desnoods tegen je moeder dat ze je telefoon bij moet houden voor een uurtje. Tip 11: Niet na 11 uur ‘s avonds nog gaan leren, dan sla je toch geen dingen op je in hersenen dus dat heeft geen nut. |